9:20 Klassikaal bespreken/uitrekenen hoeveel druppels er vallen in heel Nederlands op een regenachtige dag. (som staat op het bord)
Laatst viel er in NL gemiddeld +/- 10 mm regen.
Hoeveel is dat in een vierkante meter?
10 Liter.
Nederland is 40.000 km2 groot.
Hoeveel vierkante meter is dat?
40.000.000.000
Dat x 10 Liter is dus 400.000.000.000 liter water.
Nu komt het: een regendruppel is ongeveer 4mm in doorsnee en je kunt uitrekenen dat dat ongeveer 0,03 ml is.
Hoeveel regendruppels zitten er dus in 1 Liter?
30.000
400.000.000.000 x 30.000=
12.000.000.000.000.000 druppels
Maar als je dan in zo'n bui zit valt het meeste gelukkkig naast je.

Maandag 07 Maart
Wind, wolken, regen, hagel en mist.

9:00 Intro

Klassikaal waarnemingen verzamelen.
(Barometer mee of terughalen hoe de kwikbarometer werkt.
Vanaf vandaag schrijven we ook de luchtdruk erbij. Het gaat erom of hij gelijk blijft of stijgt / daalt)

9:05 Zelfstandig werken. Duur: 10/15 minuten
Opdracht:
Schrijf zelfstandig in je logboek.
Werksfeer.
Als je daarmee klaar bent mag je je hoofd breken over de som die op het bord staat of verder met je schrift.
Terugvragen: Wat doe je als je klaar bent met je logboek?
& Wat doe je zo als eerst?
Wat doe ik: Ik probeer een goede werksfeer vol te houden tot het einde. Lukt het niet dan 2 minuten stil.

Startpunt van de voorbereiding

Beginpunt. Wat is eerder behandeld? Waar sluit ik op aan?

- De kinderen hebben een eerste kennismaking gehad met het begrip 'luchtdruk' en de uitvinding van de barometer.
- De kinderen weten wat de atmosfeer/dampkring is.

Les doelen:

De kinderen leren:
- Hoe wind ontstaat door hoge en lage druk.
- Dat lucht gedeeltelijk bestaat uit waterdamp.
- Condenseren: het vormen van een wolk.
- Ent: stofdeeltjes waar de drupper/kristal aan hecht.
- Ontstaan van hagel.
- Ontstaan van mist.

Eigen leerdoelen:

- Ik sta er!
- Ik houd tijdens een les activiteit overzicht over de leerlingen, zie wie wel en wie niet betrokken is en zo niet waarom niet.
- Ik breng in mijn opdrachten een duidelijk kader.
- Ik ben erop gericht dat de leerlingen naar elkaar luisteren.
- Ik kan helder en bondig uitleggen wat ik van de kinderen verwacht en wat ze van mij kunnen verwachten.
- Ik ben mij bewust van het belang van een planning die bij de leerlingen bekend is. Dat het duidelijk is voor de kinderen waar de les naartoe gaat.
- Ik hou me aan de afspraak.

Intro + Kern 1

Kern 2

9:25 Klassikaal Duur: 20 minuten onderbroken door thee.
Beknopte inhoud:
- Hoe wind ontstaat door hoge en lage druk.
- Lucht bestaat gedeeltelijk uit waterdamp.
- Condenseren: het vormen van een wolk.
- Kopje thee drinken en condenseer experiment.
- Boek met ijskristallen bekijken.
- Ent: stofdeeltjes waar de drupper/kristal aan hecht.
- Ontstaan van hagel.
- Ontstaan van mist.

Kern 3

9:45
Zelfstandige verwerking. Duur 20 minuten.
Beknopte inhoud:
- Verwerken schema's op het bord.
- Eigen voorbeeld van condensatieproces tekenen. Bijv. blazen op de spiegel.

Wat doe ik?
- Ik zorg voor een werksfeer en hou deze vol. Ik let op waar de onrust is in de klas en zorg dat iedereen betrokken aan het werk kan (blijven).

Afsluiting

9:10
- Reflectie of hoe er gewerkt is.
Terugkijken op de tekeningen achterin de klas.
Waarnemingsvragen:
Waar zie je echt de wind?
Waar zie je echt verschil tussen het water en de lucht?
Welke tekening heeft de meeste tinten grijs?
etc.
Afsluiting met vooruitzicht op wat we morgen gaan doen en een vraag die je morgen ochtend moet proberen te antwoorden tijdens je waarneming.

Evaluatie stagementor:
- Noem nog even een naam als kinderen niet door hebben dat je om aandacht vraagt.
- Denk eerst goed na wat je precies wil zeggen voordat je ze vraagt om stil te zijn.
Als je er meteen inhakt wanneer je de aandacht hebt dan snappen ze ook waarom ze stil moeten zijn omdat ze anders iets missen.
- Het was ook gewoon maandag!
-